Jezus ging op de maandag na zijn aankomst in Jeruzalem naar de tempel. In de tempel verjoeg hij de handelaars omdat een tempel een huis van gebed is en geen plaats voor handel, geldwissel en andere activiteiten.
In het Evangelie volgens Lucas (Nieuwe Testament van de Christelijke Bijbel) staat het volgende:
"Toen Hij in de tempel kwam, joeg Hij de handelaars eruit. ‘Er is geschreven: “Gods huis moet een huis van gebed zijn.” Maar wat hebben jullie ervan gemaakt? Een rovershol!’ Daarna sprak Hij elke dag in de tempel. De mannen van de Hoge Raad wilden niets liever dan Hem uit de weg ruimen. Maar zij wisten niet hoe. Want het volk hing aan zijn lippen."
Lucas 19:45-48